7369
stemmen voor
De Vergeten Oplossing
“Het doel is een schone, duurzame economie te bereiken binnen één generatie, door over te stappen op échte, eerlijke prijzen: ecoprijzen.”
Opvallend nieuws geplaatst in het perspectief en de visie van De vergeten oplossing. Nieuwsberichten aangevuld met een fictieve twist, gericht op een duurzame toekomst.
Ondanks strengere milieuregels en verplichtingen om te recyclen of te hergebruiken, hebben recyclebedrijven het moeilijk. In de EU steeg het percentage gerecycled materiaal tussen 2015 en 2021 met een schamele 0,4%. Gerecyclede materialen zijn te duur ten opzichte van nieuwe grondstoffen. Volgens het CBS kwam 13% van de grondstoffen in 2020 uit hergebruikte materialen. Dit percentage is al jaren hetzelfde. Het gevolg is dat het niet opschiet met de transitie naar een circulaire economie. De vraag naar gerecyclede materialen stokt omdat ze de concurrentie met de veel goedkopere primaire grondstoffen niet aan kunnen. Producten maken uit olie of gas is bv. een stuk goedkoper. Er zijn te weinig financiële prikkels om afvalmaterialen vaker te hergebruiken. Primaire grondstoffen zijn te goedkoop omdat de milieukosten niet in de prijs worden meegenomen. Zolang dat niet gebeurt zien bedrijven geen noodzaak gerecyclede materialen te kiezen boven nieuwe materialen.
Toename recycling stokt omdat de financiële prikkel ontbreekt. Hoog tijd dus voor ecoprijzen.
Bijna één op de 5 jongvolwassenen mijdt retailers die niet milieubewust zijn, zo blijkt uit onderzoek van Manhattan. Toch blijkt dat, ondanks de toegenomen aandacht voor duurzaamheid, voor de meesten een lagere prijs belangrijker is dan duurzaamheid. Consumenten zeggen vaak wel dat duurzaamheid belangrijk is, maar de praktijk is anders. Een ruime meerderheid van de consumenten is niet bereid een duurzaam alternatief te kopen als die duurder is. Pas met de invoering van ecoprijzen, waarmee vervuilende producten duurder worden dan duurzame producten, valt de echte omslag te verwachten.
‘Pas met de invoering van de ecoprijs, valt de echte omslag te verwachten.’
Nederland verstrekt véél meer belastingvoordelen aan bedrijven voor het gebruik van olie, gas en kolen dan gedacht. Het gaat om een jaarlijks bedrag tussen de 39,7 tot 46,4 miljard euro. Terwijl we alle zeilen moeten bijzetten om klimaatverandering af te remmen jaagt de Nederlandse overheid met subsidies juist klimaatverandering aan. Met ook dit jaar honderdduizenden doden door noodweer, droogte en overstromingen. Niks de vervuiler betaalt. De vervuiler wordt beloond. Wanneer komen we tot zinnen? Het is niet ingewikkeld. Het is een kwestie van doen.
‘Niks de vervuiler betaalt. De vervuiler wordt doodleuk beloond.’
De maatschappelijke schade van de intensieve veeteelt in Nederland blijkt drie keer zo groot als de bijdrage aan de economie. Het gaat om emissies van chemische stoffen naar de grond, water en de lucht in de vorm van broeikasgassen uitstoot en stikstof neerslag in natuurgebieden die onder meer leiden tot verlies aan biodiversiteit en schade aan volksgezondheid en klimaat. Een meetbare schadepost voor het milieu van 9 miljard euro per jaar. Deze ‘externe kosten’ worden nu op de samenleving afgewenteld in plaats op de vervuilers.
‘De oplossing ligt volgens klimaatminister Jetten in beprijzing’.
Voor consumenten blijkt de prijs nog steeds bepalend voor het kopen van duurzame producten. Willen we vaart krijgen met de verduurzaming, dan moet er een prijsvoordeel zijn om te kiezen voor schone, duurzame producten in plaats van de gangbare producten. Daarom zijn ecoprijzen noodzakelijk. De ecoprijs is de eerlijke prijs van een product en omvat ook de milieukosten van een product. Wanneer vervuilende producten duurder worden dan duurzame producten zal de verduurzaming pas echt gaan versnellen.
‘Zodra vervuilende producten duurder worden dan schone en duurzame producten zal de verduurzaming echt gaan versnellen.’
Een landbouwakkoord dat perspectief biedt aan boeren vereist een eerlijke, hogere prijs voor vlees en zuivel. Volgens oud-minister Jan Terlouw werken keurmerken niet maar zijn prijsprikkels noodzakelijk. Bij een ecotaks is de heffingsgrondslag de mate waarin deze producten per kilo bijdragen aan schadeposten door broeikasgassen, fijnstof en stikstof. De ecotaks opbrengsten kunnen worden teruggesluisd naar boeren, zodat zij kunnen investeren om deze schadeposten in de toekomst te voorkomen. De milieukosten vanwege stikstof, broeikasgassen, fijnstof, biodiversiteitsverlies en landgebruik bedragen €2,- per kilo kip, €4,50 per kilo varkensvlees, €5,70 per kilo rundvlees en €0,25 per liter melk.
‘Eerlijke, hogere prijs voor vlees en zuivel is noodzakelijk voor verduurzaming.’
Er ontbreekt iets heel belangrijks in ons bruto binnenlands product (BBP): de kosten van de milieuschade van onze economische activiteiten. Natuurvernietiging, vervuiling en verspilling van grondstoffen hebben allemaal geen waarde in de meting van het BBP. De kosten ervan komen op het bordje van anderen en van de volgende generaties en zijn niet zichtbaar. Het BBP is een van de belangrijkste statistieken die het CBS berekent. Politiek en beleidsmakers doen er alles aan om het BBP te laten stijgen en zo – op papier – de economie te laten groeien. Maar zolang de waarde van vervuiling en milieuschade hier niet in meetelt, geeft het BBP een incompleet beeld van de economie, en is beleid doorspekt met blinde vlekken.
‘Niet meten is niet weten en dat betekent ook niet erkennen en niet erop acteren’
Kort geleden verscheen het laatste klimaatrapport van het IPCC met een overduidelijke conclusie: door de veel te trage aanpak van landen wordt de laatste kans verspeeld om 1,5 graden opwarming van de aarde te voorkomen. Voor sommige klimaatwetenschappers is de maat vol. Zij willen niet langer toekijken, maar sluiten zich aan bij activisten zoals Extinction Rebellion. Eén van de wetenschappers: ‘Ik heb lang gedacht dat de politiek wel zal bijdraaien en met gericht beleid komt als de feiten over klimaatverandering op tafel liggen. Dat was naïef.’ Steeds mensen willen niet meer afwachten en komen in actie om de politiek en bedrijven in beweging te krijgen.
‘Steeds meer mensen uit alle lagen van de bevolking laten van zich horen. Wanhoop drijft ze tot activisme.’
Om de gevolgen van klimaatverandering tegen te gaan is grootschalige gedragsverandering nodig, zowel van burgers als van bestuurders. Veel mensen denken dat onze opvattingen over klimaatbeleid mijlenver uiteen liggen en dat het een hopeloze missie is. Dat maakt dat bestuurders niet in actie durven komen en burgers de moed verliezen. Hoogleraar Naomi Ellemers laat zien dat die beeldvorming niet klopt. Natuurlijk zijn er tal van moeilijkheden te overwinnen. Het is zaak dit onder ogen te zien en deze eerlijk te benoemen. Zorg voor een realistische voorbereiding op mogelijke problemen, erken dat dit onzekerheid of angst met zich mee kan brengen en maak duidelijk dat het overwinnen van die problemen de enige manier is om verder te komen. Jonge mensen blijken minder last te hebben van depressieve klachten vanwege zorgen over klimaatverandering wanneer ze zelf in actie komen. Niet zozeer door hun eigen energiegebruik aan te passen, maar vooral door zich met anderen in te zetten voor grootschalige klimaatmaatregelen.
‘Wie zorgen en problemen benoemt zonder te overdrijven, helpt mensen om samen in actie te komen.’
De Nederlandse overheid is koploper in het verstrekken van subsidies voor fossiele brandstoffen. Het gaat daarbij niet alleen om directe subsidies, maar ook om belastingvoordelen en prijsondersteuning. Een groot deel gaat naar de luchtvaart, de zware industrie, energiecentrales en de landbouw. Hoe meer energie wordt verbruikt, hoe minder de bedrijven hoeven te betalen. ‘Het is natuurlijk een absurde situatie dat naarmate je meer gas verbruikt en dus meer vervuilt, je minder belasting hoeft te betalen.’ De politiek draalt hier al decennialang, terwijl het in deze tijd echt niet meer valt te verantwoorden. Fossiele subsidies zijn verkeerd en bevorderen de vervuiling.
‘De politiek draalt terwijl het in deze tijd echt niet meer valt te verantwoorden.’